Narrated (In)justice - Casus 2: De Holocaust schadeclaims, interview 06

http://lod.ehri-project-test.eu/units/nl-003006-easy_collection_2-urn_nbn_nl_ui_13_pm_c2fl an entity of type: Record

Narrated (In)justice - Casus 2: De Holocaust schadeclaims, interview 06 
Narrated (In)justice - Casus 2: De Holocaust schadeclaims, interview 06 
In Nederland kwamen aan het einde van de jaren 1990 – net als in andere delen van Europa – verschillende restitutie- en compensatieregelingen tot stand met betrekking tot geroofd Joods bezit. Rond 2000 kwam het tot een aantal overeenkomsten tussen het Centraal Joods Overleg (CJO) en Stichting Platform Israël aan de ene kant en de overheid, verzekeraars, banken en effectenbeurs aan de andere kant. Als onderdeel van dit proces werd in 2001 de Stichting Maror-gelden (Morele aansprakelijkheid Roof en Rechtsherstel) opgericht. Het totaal gerestitueerde bedrag bedroeg €346,7 miljoen, waarvan tachtig procent beschikbaar was voor de individuele claims van ongeveer 34.000 overlevenden of hun kinderen. Het overige deel ging als collectieve Maror-gelden naar Joodse instellingen in Nederland en Israël. Daarmee accepteerde de Nederlandse overheid dat de behandeling van Holocaust overlevenden na de Tweede Wereldoorlog ‘koel’ en de toenmalige restitutie procedure ‘gebrekkig’ was geweest. Het onderzoek Narrated (In)Justice richt zich op de vragen: Hoe zijn de erkenning regelingen en de Maror-gelden door betrokkenen ervaren? Hoe kijken de betrokkenen naar deze processen? Wat kunnen wij van deze ervaringen leren voor andere groepen die erkenning van historisch onrecht vragen? Het doel was om beter te begrijpen wat de kansen en de beperkingen van dergelijke maatregelen van erkenning zijn. De dataset omvat 16 interviews met belangenvertegenwoordigers en onderhandelaars van de Joodse gemeenschap, Holocaust overlevenden en hun kinderen, en medewerkers van het Joods Maatschappelijk Werk (JMW). De interviews laten zien dat voor de vertegenwoordigers ook het proces op zich, nog los van de bereikte resultaten, van groot belangrijk was. JMW-medewerkers vertellen over hun ervaringen met Maror en andere maatregelen die gericht waren op de erkenning van het leed dat de Shoah/Tweede Wereldoorlog had veroorzaakt. De interviews laten zien op welke manier de maatregelen al dan niet betekenis krijgen: hoe zij familieleden soms dichter tot elkaar brengen, en soms verder uit elkaar drijven. Interview 06 is met Judith Bruinsma (1960) en Hetty van Emden, werkzaam bij het Joods Maatschappelijk Werk (JMW). Het interview gaat over de verschillende compensatie regelingen (WUV etc.), en de observaties van de geïnterviewden over de uitwerkingen van zulke regelingen voor cliënten. 

data from the linked data cloud