Getuigen Verhalen, Heropvoeding jeugdige politieke delinquenten, interview 10

http://lod.ehri-project-test.eu/units/nl-003006-easy_collection_2-3-urn_nbn_nl_ui_13_nmr_3cu an entity of type: Record

Getuigen Verhalen, Heropvoeding jeugdige politieke delinquenten, interview 10 
Getuigen Verhalen, Heropvoeding jeugdige politieke delinquenten, interview 10 
2010-04-01 
2010-04-14 
2009-12-15 
1928-1946 
Meneer is geboren in 1928. Zijn vader werd net voor de bezetting werkeloos en het gezin leefde sindsdien in grote armoe. De hoop op een beter leven voor het gezin deed vader in het begin van de bezetting besluiten om lid te worden van de NSB. In 1942 verbleef meneer voor drie maanden in Linz bij een gezin. Eén van de jongens daar was piloot en meneer werd enthousiast om ook piloot te worden. In 1943 werd hij lid van de Jeugdstorm. Er werden leuke activiteiten georganiseerd en hij vond het leuk om met leeftijdsgenoten om te gaan. Meneer heeft zijn opleiding afgebroken om zich bij de Landdienst aan te sluiten, waarvoor hij binnen de Jeugdstorm werd gerekruteerd. Op Kasteel Assumburg werd hij getraind tot Wehrboer, volgde het Wehrsportkamp en werd vervolgens naar West Pruisen gestuurd om daar te werken bij boeren en om Duits te leren. Omdat hij wilde vechten tegen het bolsjewisme heeft hij zich in 1944 aangemeld bij de Waffen SS en volgde in de Elzas hiervoor een opleiding. Omdat het front daar al genaderd was, werd hij nog voor het afronden van zijn opleiding ingezet aan het front. Dit was een zware tijd met veel ontberingen. Hij raakte zwaargewond en werd voor behandeling naar Köthen (tussen Leipzig en Magdenburg) overgebracht. In die tijd waren er veel zware bombardementen, onder andere op het nabij gelegen Dresden. Op 3 maart 1945 is meneer ontslagen uit het ziekenhuis en is er met veel moeite in geslaagd weer bij zijn oude regiment terug te komen. Daar heerste een onaangename en onrustige sfeer. Na de capitulatie wilde hij voorkomen dat hij door de Russen gevangen genomen zou worden en vluchtte naar de Ems en is uiteindelijk in de Amerikaanse zone terechtgekomen. Hij werd daar verhoord door twee Nederlandse officieren en samen met wat andere jongeren werd hij apart gezet in een jongerenkamp. Onder bewaking van Amerikaanse soldaten is meneer uiteindelijk naar Nederland getransporteerd. In Amersfoort werden zij opgewacht door de Binnenlandse Strijdkrachten. Hij werd kaal geschoren en kreeg twee witte stippen op zijn broek en op zijn rug (waaraan men SS’ers kon herkennen). Eind 1945 werd meneer overgeplaatst naar het kamp Sparjebird in Friesland. Voor hem was dit geen zware tijd: overdag werkte hij op het land en ’s avonds werden de jongens soms vermaakt met optredens. Na ongeveer een jaar mocht hij onder bepaalde voorwaarden naar huis; zijn staatsburgerschap werd hem niet ontnomen, wel zijn stemrecht. Zijn voogd was een dominee. Deze toezichthouder zorgde ervoor dat meneer werk kreeg. 

data from the linked data cloud