Archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken: Opperleiding der Nieuwe Vluchtelingenkampen en Interneringsdepot, 1917-1940
http://lod.ehri-project-test.eu/units/nl-003001-b26537 an entity of type: Record
Archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken: Opperleiding der Nieuwe Vluchtelingenkampen en Interneringsdepot, 1917-1940
Ministerie van Binnenlandse Zaken: Opperleiding der Nieuwe Vluchtelingenkampen en Interneringsdepot
BiZa / Vluchtelingenkampen
Archief van het ministerie van Binnenlandse Zaken: Opperleiding der Nieuwe Vluchtelingenkampen en Interneringsdepot, 1917-1940
Ministerie van Binnenlandse Zaken: Opperleiding der Nieuwe Vluchtelingenkampen en Interneringsdepot
BiZa / Vluchtelingenkampen
0.50 meter;
21 inventarisnummers.
0,5 meter; 21 inventarisnummers
Het eerste deel van het archief omvat stukken betreffende de interneringsdepots Harderwijk en Wierickerschans in de periode 1918-1921. Een aantal is gewijd aan twee beroemde ballingen: keizer Wilhelm II en zijn zoon. Het tweede deel betreft verschillende opvanglocaties (onder andere Nieuwersluis, Honswijk, Vlieland, Hoek van Holland, Amsterdam) in de periode 1936-1940 en verschillende nationaliteiten (Spanjaarden, Duitsers). De machtsovername in Duitsland door Hitler resulteerde de jaren erna in een toenemende stroom van vooral Joodse en politieke vluchtelingen, die vanwege het opkomende nationaal-socialisme uitweken. Na de aansluiting van Polen bij Duitsland werden de Poolse joden bij duizenden over de grens gezet. Uit reactie op een aanslag van een joods meisje op de Duitse gezant te Parijs begin november dat jaar had in Duitsland de Reichskristallnacht plaats. Hierdoor ontvluchtten vele joden. Op 4 januari 1939 stelde de Minister van Binnenlandse Zaken een Centrale Commissie voor het Vluchtelingenvraagstuk in. De maand daarvoor had hij samen met zijn collega van het Ministerie van Justitie ondermeer in Rotterdam, Amsterdam, Gouda, Eindhoven, Driebergen en Sluis verblijflaatsen voor vluchtelingen aangewezen. Omstreeks de jaarwisseling van 1938-1939 werden de Regeringsgemachtigden voor de onderbrenging van Joodsche vluchtelingen aangewezen, wier werkzaamheden administratief werden ondersteund door het Vluchtelingenbureau. Op 10 augustus 1939 werd dit samengevoegd met Bureau Armwezen/VI van Binnenlandse Zaken. In juli 1940 kwam de vluchtelingenzorg inclusief het beheer over het Centraal luchtelingenkamp te Westerbork onder het Ministerie van Justitie te ressorteren (zie ook het archief van het ministerie van justitie: Rijksvreemdelingendienst en haar taakvoorgangers, 1918-1945 (1981), nummer toegang 2.09.45, en het archief van de Afdeling Armwezen van het ministerie van Binnenlandse Zaken, 1918-1947, nummer toegang: 2.04.55.