"Inventaris van het archief van het Rijksarbeidsbureau in Oorlogstijd, (1938) 1940-1945 (1949)"@nld . . "Inventaris van het archief van het Rijksarbeidsbureau in Oorlogstijd, (1938) 1940-1945 (1949)"@nld . . . "4.6 meter; 408 inventarisnummers"@nld . "Met ingang van 5 oktober 1940 werd de openbare arbeidsbemiddeling een rijkstaak. De gemeentelijke Arbeidsbeurzen maakten plaats voor het op 1 mei 1941 ingestelde Rijksarbeidsbureau (RAB) dat onder leiding stond van directeur-generaal R.A. Verwey. Er kwam een hoofdkantoor, 37 (later 25) Gewestelijke Arbeidsbureaus (GAB's) en 144 bijkantoren. Tot de taken behoorden: arbeidsbemiddeling, beroepsvoorlichting, medische keuringen i.v.m. arbeids(on)geschiktheid, vakopleiding, registratie (het Arbeidsboekje) en statistiek. Naast de reguliere bemiddeling was er bemiddeling bij: de werkverschaffing in Nederland (o.m. de Noordoostpolder), de Duitse autoriteiten in Nederland (o.m. de Organisation Todt), Frankrijk (Atlantikwal) en vooral de grootschalige Arbeidsinzet in Duitsland (> 600.000 Nederlanders). Mensen die zich onttrokken aan de Arbeidsinzet of illegaal terugkeerden konden rekenen op sancties van het RAB en werden vervolgd door de Duitse autoriteiten. Contractbrekers kwamen terecht in Amersfoort (> 13.000) of Ommen en velen kwamen terecht in Arbeitserziehungslager in Duitsland of in Oost-Europa. Het RAB stond onder toezicht van de Duitse bezettingsautoriteiten, in het bijzonder de Hauptabteilung Soziale Verwaltung (HSV) die in hetzelfde gebouw huisde als het RAB en die bijv. goedkeuring moest verlenen aan alle circulaires van het RAB. De HSV kreeg rechtstreeks instructies van de Generallbevollmächtigter für den Arbeitseinsatz, F. Sauckel. Van de circa 3000 personeelsleden van het RAB zijn er tijdens de oorlog circa 400 ondergedoken, 274 gearresteerd door de Duitsers, 131 gestraft en 51 personen gefusilleerd of overleden in een concentratiekamp. Door de zuivering zijn er ruim 550 ontslagen en 100 disciplinair gestraft. De Nederlandse regering in Londen heeft het RAB gehandhaafd. Dat was de strekking van het Besluit Betreffende de Arbeidsbemiddeling (KB E51, 17 juli 1944) van minister J. van den Tempel, waarin de taken van het RAB zelfs nog werden uitgebreid."@nld . . . .