Ministerie van Buitenlandse Zaken; Gezantschap, later ambassade Zuid-Afrika (Pretoria), (1910) 1930-1954 (1955) en Consulaat in Pretoria (Zuid-Afrika), 1941-1946

http://lod.ehri-project-test.eu/units/nl-003001-2_05_122 an entity of type: Record

Ministerie van Buitenlandse Zaken; Gezantschap, later ambassade Zuid-Afrika (Pretoria), (1910) 1930-1954 (1955) en Consulaat in Pretoria (Zuid-Afrika), 1941-1946 
Ministerie van Buitenlandse Zaken; Gezantschap, later ambassade Zuid-Afrika (Pretoria), (1910) 1930-1954 (1955) en Consulaat in Pretoria (Zuid-Afrika), 1941-1946 
13 meter; 583 inventarisnummers 
In 1930 werd het consulaat-generaal te Pretoria opgeheven en verheven tot gezantschap. Bij Koninklijk Besluit van 8 juni 1951 werd het gezantschap verheven tot ambassade. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog namen de werkzaamheden van het gezantschap dermate toe, dat de hulp van vrijwilligers moest worden ingeroepen. Daarnaast werden door de Nederlandse regering personen aan het gezantschap toegevoegd met speciale opdrachten zoals rekrutering van Nederlandse dienstplichtigen in Zuid-Afrika. Bij Koninklijk Besluit Nr. 9 van 28 februari 1941 werden alle in Zuid-Afrika aanwezige mannelijke Nederlanders geboren tussen 1-1-1904 en 1-1-1922 ingelijfd bij de Nederlandse strijdkrachten (marine en landmacht). Ter uitvoering van dit Besluit zond de Nederlandse regering in 1941 een Militaire Missie naar Pretoria. Het was de taak van de Missie door middel van doelmatige propaganda het dienstnemen bij de Nederlandse strijdkrachten in Groot-Brittannië of Canada en later ook in Nederlands-Indië te bevorderen. In eerste instantie beschikte men niet over sancties om het dienstnemen bij de Nederlandse strijdkrachten af te dwingen. Wel werd aan dienstweigeraars iedere vorm van consulaire bijstand onthouden. Vanaf 1942 beschikte geïnterneerd. Voor op de grond van hun religieuze overtuiging erkende dienstweigeraars bestond de mogelijkheid om administratieve werkzaamheden te verrichten in Groot-Brittannië. Van de Nederlandse vertegenwoordigers in Zuid-Afrika werd verlangd, dat zij medewerking zouden verlenen aan de verschillende maatregelen betreffende het oproepen van dienstplichtigen, zoals het registreren van dienstplichtigen (hetgeen werd bemoeilijkt door het ontbreken van een burgerlijke stand in Zuid-Afrika), het verzenden/doorgeleiden van formulieren inzake de keuring van dienstplichtigen, idem van aanvraagformulieren voor kostwinnersvergoeding. De Nederlandse vertegenwoordigers konden bij het rekruteren van dienstplichtigen rekenen op de steun van de Zuid-Afrikaanse regering. Slechts met grote moeite was het de regering-Smuts in september 1939 gelukt om Zuid-Afrika aan Britse zijde aan de Tweede Wereldoorlog te doen deelnemen. Anti-Britse sentimenten speelden sinds de Boerenoorlog van 1899-1902 een grote rol in Zuid-Afrika. Om deze niet nog meer aan te wakkeren legde Smuts de nadruk op het feit, dat Zuid-Afrika samen met Nederland vocht. Deze houding verklaart waarom hij de Nederlandse rekrutering in Zuid-Afrika steunde zoveel hij kon. Zo werden Nederlandse dienstweigeraars door de Zuid-Afrikaanse autoriteiten gearresteerd en ter deprotatie aan de Nederlandse autoriteiten uitgeleverd. Bij de rekrutering van dienstplichtigen ondervond de Militaire Missie concurrentie van de hoofdambtenaar J.W. Klei. Deze werd in juni 1941 door de Nederlands-Indische regering uitgezonden naar Pretoria om in Zuid-Afrika burgerpersoneel te werven voor de Nederlands-Indische overheid.. In 1940 en 1941 werden verder twee nautisch adviseurs (handelsbeschermingsofficieren) geplaatst bij de consulaten te Durban en Kaapstad. Het was hun taak koopvaardij-aangelegenheden te behandelen verband houdend met de oorlogstoestand. De Nederlandse regering had alle koopvaardijschepen onder Nederlandse vlag gevorderd. In 1942 werd de Nederlandse scheepvaartwetgeving voor de duur van de bezitsvordering op al deze schepen van toepassing verklaard. Verder werd in maart 1942 als gevolg van de Japanse bezetting van Java het Marine Etablissement Soerabaja geëvacueerd naar Simonstad in Zuid-Afrika. Inventarisnummers 6-14 bevatten agenda's van het gezantschap te Pretoria met betrekking tot diplomatieke en consulaire werkzaamheden voor de periode 2 januari 1939 en 30 december 1945. Inventarisnummer 29 bevat een indicateur op de correspondentie met het departement van Buitenlandse Zaken januari 1940-april 1942. Inventarisnummer 114 bevat stukken betreffende de toekenning van Nederlandse koninklijke onderscheidingen aan Nederlanders en buitenlanders, 1930-1954 Inventarisnummers 561-562 bevatten agenda's, overgenomen van het Duitse consulaat in verband met de behartiging van de Duitse belangen door Nederland, 1933-1939 Het archief bevat onder andere stukken met betrekking tot het werven van vrijwilligers voor het leger en het werven van Nederlandse dienstplichtigen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tevens zijn stukken aanwezig met betrekking tot dienstweigeraars, politiek onbetrouwbaren en gedeserteerde zeelieden. Het archief bevat diverse series persoonsdossiers o.a. van dienstplichtigen in Zuid-Afrika, van dienstweigeraars, Nederlandse politiek onbetrouwbaren en gedeserteerde zeelieden, persoonsdossiers van vrijwilligers voor de landstrijdkrachten in Groot-Brittannië, persoonsdossiers van Nederlandse en Zuid-Afrikaanse vrijwilligers voor de Koninklijke Nederlandse Marine in Engeland en persoonsdossiers van vrouwen die zich als verpleegster hadden aangemeld voor het Vrijwillig Vrouwenhulpcorps in Engeland. Tevens zijn persoonsdossiers aanwezig van vrijwilligers voor de landstrijdkrachten in Nederlands-Indië. 

data from the linked data cloud