. "Relevant voor deze gids is voornamelijk de reeks dossiers in verband met de ruil, aangifte en neerlegging van biljetten door gerepatrieerden. Er zijn verschillende reeksen dossiers, variërend afhankelijk van het type dossier, de aard van de uiteindelijke beslissing, hoogte van het ingewisselde bedrag, … Het bestand bevat verschillende eigentijdse toegangen onder de vorm van lijsten (vb. op familienaam, op dossiernummer, …) en steekkaartensystemen, waardoor verschillende zoekstrategieën mogelijk worden. Merk op dat er enkel dossiers voorhanden zullen zijn voor degenen die daadwerkelijk Belgisch geld hebben aangegeven. In deze reeksen vinden we bijvoorbeeld Joden terug die de Shoah overleefd hebben, gerepatrieerd werden, en biljetten hebben neergelegd. Verder noteren we ook nog een reeks dossiers inzake aangifte en neerlegging van biljetten door personen in het buitenland – bijvoorbeeld Palestina-Transjordanië (nr. 1364), de Verenigde Staten (nr. 1349), Groot-Brittannië (nr. 1351), Zwitserland (nr. 1371), ..."@nld . . "4809\n\n545"@nld . . . "De door de Nationale Bank van België opgestelde overdrachtslijst uit 1975 vertoonde dezelfde structuur als de door de instelling gebruikte dienstgewijze ordeningsplannen, waarbij elke dienst door een nummer van vier cijfers en elke rubriek en/of archiefreeks door een nummer van twee tot drie cijfers wordt geïdentificeerd. Bovendien was door een zorgvuldige verpakking en verhuis van het archief de fysieke ordening van de verschillende archiefreeksen eveneens goed gehandhaafd gebleven, waardoor de overdrachtslijst de fysieke ordening weerspiegelde. Het archief vertoonde de volgende indeling: 36/10/ Réforme monétaire 1. Echange de 2.000 F par personne 1. Carnets C 2. Avoirs inférieurs à 10.000 F 1. Déclarations A 2. Carnets A (Dépôts réguliers) 3. Déclarations non suivies de dépôts 3. Avoirs supérieurs à 10.000 F 1. Carnets B (Déclarations) 2. Listes B ( Dépôts réguliers) 3. Déclarations non suivies de dépôts 4. Relevés de dépots 5. Relevés de comptes spéciaux transférés à l'Office des Chèques Postaux 6. Transferts à la Banque Nationale - Bruxelles - des comptes en suspens 7. Excédents et manquants constatées par la Caisse Centrale - Divers. 4. Dépôts tardifs, excédentaires et irréguliers 1. Procès-verbaux liquidés 2. Listes des dépôts 3. Déclarations A inférieurs à 10.000 F liquidés 4. Relevés des dépôts soumis au Comité d'Appel et décisions intervenues 5. Avoirs des Etablissements publics 1. Déclarations et liquidations 2. Relevés des virements en billets nouveaux 3. Versements billets anciens type 4. Répertoire et indicateur 5. Fiches alphabétiques avec montant déclaré et date de liquidation 6. Listes récapitulatives et tableau final 6. Echange et dépots spéciaux 1. Pièces justificatives - Bruxelles 2. Pièces justificatives - Succursales et agences 7. Billets faux et détériorés 1. Documentation billets faux 2. Liquidation des billets détériorés 8. Rachats obligations de l'emprunt de l'Assainissement monétaire inférieurs à 15.000 F 1. Liquidation par assignations postales 2. Relevés des capitaux transférés à la Caisse d'Epargne 9. Rachats obligations de l'emprunt de l'Assainissement monétaire supérieurs à 15.000 F 1. Listes des rachats et intérêts payés sur obligations 2. Mouvement du compte\"Obligations de l'E.A.M\" 10. Correspondance 1. Banque Nationale de Belgique 2. Banques 3. Particuliers, Ministères, Office des Chèques Postaux, Postes 4. Copies de lettres 5. Correspondance relative au transfert à l'Office des Chèques Postaux 11. Etats et relevés définitifs cloturés au 15.06.1957 1. Listes définitives transmises à la Cour des Comptes 2. Pièces justificatives - y compris: carnets spéciaux Agences et Bruxelles, liste définitive des avoirs des établissements publics A.E.P., carnets des dépôts effectués conformément à l'arrêté ministériel du 28.03.1945. 12. Dépôts à l'Étranger 1. Déclarations 2. Carnets de liquidations 3. Listes des suspens au 31.12.1956 13. Réforme monétaire - Bruxelles 1. Procurations 2. Oppositions, successions 3. Litigieux Agences 4. Avis de débit et correspondance 5. Ouverture des comptes - Dépôts réguliers - Récépissés de dépôts 6. Dépôts tardifs et irréguliers - Bons à liquider - Récépissés de dépôts 7. Mandats et rachats des obligations de l'Emprunt de l'Assainissement Monétaire 8. Cartons de positions et cartons\"dépôts temporairement indisponible\" 14. Rapatriement 1. Dossiers individuels A dépôts inférieurs à 2.000 F. 2. Récépissés des échanges RM et FB 3. Dossiers individuels B dépôts supérieurs à 2.000 F. 4. Dossiers individuels B refusés par le Ministère des Finances 5. Listes remises à la Bank Deutsche Länder par le Gouvernement Belge 6. Relevés nominatifs des dossiers des Rapatriés 7. Documentation 1. R III - Billets et monnaies étrangers 2. R III - Francs belges 3. Relevés dépôts FB et RM accordés par le Ministère des Finances 4. Relevés dépôts FB et RM refusés par le Ministère des Finances 8. Liquidations 1. Liquidations FB 2. Duplicata des bordereaux aux CCP 3. Virements postaux FB 4. Assignations postales FB et RM 5. Liquidations RM 6. Duplicata des bordereaux aux CCP 9. Correspondance 10. Livres de caisse\"Rapatrié\" 11. Divers 12. Classeurs métalliques contenant les fiches du rapatriement Deze bestaande, in de overdrachtslijst vermelde ordening diende natuurlijk in de mate van het mogelijke gehandhaafd te worden, maar tijdens de opmaak van het archiefbewerkingsplan en van de inventaris zouden er al gauw een aantal fundamentele knelpunten opduiken. Eerst en vooral werd vastgesteld dat de code 36/10 niet was voorbehouden voor het archief van één dienst, maar voor het archief van meerdere diensten. Een ander belangrijk knelpunt was de reconstructie van de juiste volgorde van de in de overdrachtslijst vermelde rubrieken én van onderlinge relaties tussen de verschillende rubrieken. Bovendien waren verschillende rubrieken en subrubrieken niet goed afgebakend en omschreven. Tot slot diende de volgorde van de archiefreeksen binnen verschillende rubrieken ingrijpend herschikt te worden om de belangrijkste archivistische ordeningsprincipes te kunnen respecteren. De volgende alinea's beschrijven en verantwoorden de belangrijkste aanpassingen en ingrepen. De ordening van het archief van de dienst Onttrekking der biljetten vertoonde het grootste aantal knelpunten. De afbakening van de rubrieken 36/10/8 en 36/10/9 met betrekking tot de inkoop van effecten van de muntsaneringslening was niet correct en werd daarom vervangen door een indeling op basis van de desbetreffende ministeriële besluiten. De rubriek 36/10/10.1\"Correspondance Banque Nationale de Belgiqu\" bleek niet alleen briefwisseling van de dienst Onttrekking der biljetten met de andere diensten van de Nationale Bank van België te bevatten, maar ook briefwisseling en andere archiefbescheiden van deze diensten zelf. Deze reeks diende dan ook volledig opgesplitst te worden. De reeks 36/10/10.5\"Correspondance relative au transfert à l'Office des chèques Postau\" bevatte dan weer briefwisseling van het Secretariaat van de Gouverneur. De rubriek 36/10/12\"Dépots à l'étrange\" vertoonde ook een knelpunt omdat in de reeks\"Déclaration\" alleen de aangifteformulieren uit Frankrijk en Nederland terug te vinden waren, terwijl de aangifteformulieren uit de overige landen in de dossiers van de reeks\"Carnets de liquidation\" werden aangetroffen. De meest voor de hand liggende oplossing was dan ook de de herschikking van de stukken op geografische basis, per land. De rubriek 36/10/13 met de vage benaming\"Réforme Monétaire Bruxelle\" bleek voornamelijk archiefbescheiden van de dienst Hoofdkas te Brussel, de Bijbank te Antwerpen en verschillende agentschappen in de provincies te bevatten en diende dus helemaal afgesplitst te worden. Tot slot werd ook de rubriek 36/10/3.7 met diverse stukken grondig onder de loep genomen om de stukken op hun juiste plaats in de inventaris onder te kunnen brengen. Het archief van de dienst Repatriëring leverde al bij al minder problemen op. Niettemin zou tijdens de inventarisatie al gauw duidelijk worden dat de rubriek\"13/10/14.7 Documentatio\" geen documentatie bevatte, maar uitvoeringsstukken met betrekking tot de onregelmatige of aanvullende neerleggingen en met betrekking tot de aanvaarding en weigering van neerleggingen. Bovendien bleken er meerdere steekkaartensystemen te zijn, zonder aanduiding van de reeksen waarnaar deze precies verwezen. Tot slot diende ook in dit geval de rubriek 36/10/14.12 met diverse stukken helemaal uitgeplozen te worden. De van het archief van de dienst Ontrekking der biljetten afgesplitste archiefbescheiden van het Secretariaat van de Gouverneur en de dienst Hoofdkas in Brussel, de Bijbank in Antwerpen en de verschillende agentschappen in de provincies werden in één afdeling samengebracht en daarbinnen per dienst of agentschap geordend om de verstoorde structuur te herstellen. De in het vorige hoofdstuk geformuleerde theorie dat de agentschappen pas in de jaren 1970 gevraagd werd de nog door hun bewaarde archiefbescheiden met betrekking tot de muntsanering over te dragen wordt gestaafd door de vaststelling dat van sommige agentschappen slechts een beperkt en gefragmenteerd aantal archiefbescheiden aanwezig zijn en door de constatatie dat er van de agentschappen Aalst, Arlon [Aarlen], Dinant, Eeklo, Geraardsbergen, Hasselt, Hoei, La Louvière, Luxembourg [Luxemburg], Malmedy, Mons [Bergen], Soignies, Tienen en Veurne helemaal geen archiefbescheiden terug te vinden zijn. De hergebruikte archiefdozen en de opschriften in alcoholstift vormden een extra argument voor deze theorie. Dit alles wijst er overduidelijk op dat de in de overdrachtslijst vermelde classificatiecodes pas na de opheffing van de tijdelijke diensten zijn aangebracht, op een moment dat al een belangrijk deel van de kennis over de inhoud verloren was gegaan. De op datzelfde moment doorgevoerde samenvoeging van het archief van de dienst Ontrekking der biljetten met archief van andere diensten leverde natuurlijk bijkomende complicaties op. Het uiteindelijke archiefschema probeerde dit bij te sturen en vertoonde de volgende, definitieve structuur: I. Dienst Onttrekking der biljetten aan de circulatie A. Algemeen B. Ruil, aangifte en neerlegging van biljetten door personen C. Aangifte en neerlegging van biljetten door openbare en gelijkgestelde instellingen D. Bijzondere ruil of neerlegging van biljetten E. Ruil, aangifte en neerlegging van biljetten in de Oostkantons F. Aangifte en neerlegging van biljetten door personen in het buitenland G. Inkoop van effecten van de lening muntsanering H. Verantwoording aan het Rekenhof II. Dienst Repatriëring A. Algemeen B. Financieel beheer C. Materieel beheer D. Ruil, aangifte en neerlegging van Belgisch en Duitse biljetten door gerepatrieerden E. Overheveling van de rekingen\"Franse frank\" van gerepatrieerden F. Documentatie III. Overige diensten A. Hoofdzetel Brussel - Secretariaat van de Gouverneur B. Hoofdzetel Brussel - dienst Hoofdkas C. Bijbank Antwerpen D. Agentschap Ath [Aat]. E. Agentschap Boom .... en zo verder tot en met het agentschap Wavre [Waver]."@nld . . "Nationale Bank van België. Monetaire sanering na WOII. Monetaire hervorming"@nld . . "Archief van de Nationale Bank van België met betrekking tot de na de Tweede Wereldoorlog uitgevoerde muntsanering."@nld . . "Nationale Bank van België. Monetaire sanering na WOII. Monetaire hervorming"@nld . "Archief van de Nationale Bank van België met betrekking tot de na de Tweede Wereldoorlog uitgevoerde muntsanering."@nld . "4809 nrs. (545 s.m.)."@nld . "Het archief bevat stukken uit de periode 1944-1962. Het archief van de dienst Onttrekking der biljetten aan de circulatie omvat hoofdzakelijk archiefbescheiden met betrekking tot de ruil, aangifte en neerlegging van biljetten in binnen- en buitenland. Verder zijn er ook archiefbescheiden van deze dienst terug te vinden met betrekking tot het beheer van de bijzondere rekeningen, de inkoop van effecten van de muntsaneringslening en de verantwoording aan het Rekenhof. Het bevat ook de afzonderlijk bewaarde briefwisseling en de minuten van de uitgaande brieven, twee reeksen die interessante aanknopingspunten kunnen bieden. Het archief van de dienst Repatriëring bevat dan weer de archiefbescheiden met betrekking tot de aangifte en neerlegging van biljetten door gerepatrieerden. De minuten van de uitgaande brieven kunnen de lezer helpen bepaalde zaken te traceren. Tot slot bevatten de archiefbescheiden van de dienst Hoofdkas in Brussel, de Bijbank te Antwerpen en de agentschappen in de provincies onder andere informatie over de aangifte en neerlegging van biljetten, het beheer van de bij hen geopende bijzondere rekeningen, de vrijmaking van de tijdelijk onbeschikbare vermogens en de inkoop van effecten van de muntsaneringslening. Taal Het Frans bleef tot de jaren 1970 de voertaal bij uitstek op de hoofdzetel van Nationale Bank van België, wat verklaart waarom het overgrote deel van de stukken van de centrale diensten in het Frans is opgesteld. Het Nederlands werd enkel gebruikt bij contacten met Nederlandstalige personen of instellingen. De stukken van de Bijbank te Antwerpen en de agentschappen in de provincies zijn doorgaans opgesteld in de taal van het taalgebied waar ze gevestigd waren."@nld . . .