Generalkommissariat zur besonderen Verwendung
http://lod.ehri-project-test.eu/instantiations/nl-002896-mf955263-nld an entity of type: Instantiation
Generalkommissariat zur besonderen Verwendung
Het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung
Op 14 mei 1940 capituleerde het Nederlandse leger. In Nederland werd een Duits militair bestuur ingesteld. Op 29 mei 1940 werd dit vervangen door een burgerlijk bestuur, dat onder leiding kwam te staan van Reichskommissar dr. Arthur Seyss-Inquart. Hij was rechtstreeks ondergeschikt aan Hitler en daarmee de hoogste vertegenwoordiger van de bezettingsmacht in Nederland. Zijn bestuur kreeg een toezichthoudend karakter, een Aufsichtsverwaltung. Aangezien het kabinet in ballingschap in Londen verbleef, werd het Nederlandse bestuur geleid door de ambtelijke hoofden van de departementen, de secretarissen-generaal. Het toezichthoudend bestuur daarboven bestond uit vier Generalkommissariate. Dit waren het Generalkommissariat für Finanz und Wirtschaft (financiën en economie) van dr. Hans Fischböck, het Generalkommissariat für das Sicherheitswesen (openbare orde en veiligheid) van Hanns Albin Rauter, het Generalkommissariat für Verwaltung und Justiz (bestuur en justitie) onder leiding van dr. Friedrich Wimmer en het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung (bijzondere aangelegenheden) van Fritz Schmidt. De departementen mochten niets van belang ondernemen zonder machtiging van de boven hen staande Generalkommissar. De bevoegdheden van de Generalommissariate waren in de praktijk veel uitgebreider dan alleen toezicht houden.
Generalkommissar Fritz Schmidt
Fritz Schmidt werd in 1903 geboren in Eisbergen bij Minden in Westfalen. Daarmee was hij de enige Generalkommissar die niet uit Oostenrijk maar uit Duitsland kwam. In 1922 trad hij vrijwillig toe tot de Reichswehr en hij diende ruim drie jaar bij het wapen van de genie. Daarna was hij straatfotograaf. In 1929 werd hij lid van de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP) en in 1934 had hij het tot Gauleiter gebracht. Korte tijd daarna werd hij partijvertegenwoordiger bij het stadsbestuur van Münster. In september 1938 werd hij door de partijleiding naar München gehaald en in 1939 ging hij naar Berlijn, waar hij als vertegenwoordiger optrad van de partijleiding bij het Reichsministerium für Volksaufklärung und Propaganda van Goebbels. Generalkommissar zur besonderen Verwendung F. Schmidt. Schmidt werd op verzoek van de Leiter der Parteikanzlei Martin Bormann aangewezen als vertegenwoordiger van de NSDAP in Nederland. Op de keuze van Schmidt en Rauter (Himmlers afgevaardigde) heeft Seyss-Inquart zelf geen enkele invloed gehad. Schmidt werd in zijn nieuwe functie propagandaleider van Nederland. Ook had hij tot taak de gelijkschakeling van het openbare leven te bewerkstelligen. Naast Generalkommissar zur besonderen Verwendung was Schmidt ook Hauptdienstleiter van het Arbeitsbereich der NSDAP. Dit was een nieuwe naam voor de Landesgruppe (regionale afdeling) van de Auslandsorganisation van de NSDAP waarin alle in Nederland woonachtige Duitse Parteigenossen verenigd waren. Schmidt kreeg nu de leiding over de politieke en ideologische begeleiding van alle in Nederland wonende Parteigenossen, inclusief Seyss-Inquart. Alleen als het om het politieke optreden van zijn Arbeitsbereich ging, was hij verantwoording schuldig aan Seyss-Inquart. In de geschiedschrijving werd het volgende beeld van Schmidt gevormd. Hij zou een intrigant zijn geweest die groepen en personen tegen elkaar uit probeerde te spelen om er zelf beter van te worden. Zo gebruikte hij Mussert bij zijn pogingen de Nederlanders voor het nationaal-socialisme te winnen. Het plan van Schmidt was Mussert enige tijd het land te laten besturen. Al snel zouden de Nederlanders dan inzien dat hij daarvoor ongeschikt was en dat het beter zou zijn onder Duits bestuur te staan. Nederland zou een Gau van Duitsland worden, met Schmidt zelf als Gauleiter aan het hoofd. Zijn 'steunverlening' aan de NSB viel niet goed bij Rauter. De tegenstelling tussen Schmidt en Rauter in deze kwestie was tekenend voor de tegenstelling tussen de NSDAP en de SS zoals die zich in het Derde Rijk was gaan voordoen. Vooral in de bezette gebieden probeerde de SS alle macht in handen te krijgen, dat zag Schmidt ook. Zijn politiek had geen succes. Zijn rivaal Rauter wist steeds meer macht naar zich toe te trekken en zijn baas Bormann had geen vertrouwen meer in hem. Daarbij kwam dat zijn protégé Mussert het conflict met de SS nog verder liet oplopen. Schmidts politieke rol leek uitgespeeld. Hij zag zijn politieke val aankomen en vermoedde ook dat er een proces (op grond van welke aanklacht is niet duidelijk) tegen hem gevoerd ging worden. Op 26 juni 1943 verdween Schmidt uit een rijdende trein waarmee hij met andere partijfunctionarissen een tocht maakte langs de Atlantikwal. In de buurt van Chartres werd zijn lijk langs de spoorweg gevonden. Een ongeval was de officiële verklaring, maar het is ook mogelijk dat hij zelfmoord heeft gepleegd of vermoord is. Toen Willi F. A. Ritterbusch hem opvolgde viel er eigenlijk geen politiek meer te maken. Seyss-Inquart hief zijn functie toen voor een deel op. Willi Ritterbusch (links) tijdens een éénpansmaaltijd van de Nederlandse Volksdienst. Taak en organisatie van het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung
Plaats van vestiging van het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung was Plein 23 in Den Haag. Het Generalkommissariat had naast het geven van leiding aan de politieke ontwikkeling in Nederland als belangrijkste taak de politieke meningsvorming van de Nederlanders in nationaal-socialistische richting te sturen. Het was opgezet volgens het model van het door Goebbels geleide Propagandaministerium en moest de verantwoordelijkheid dragen voor alle vraagstukken die betrekking hadden op de openbare meningsvorming en de niet-economische verenigingen. De belangrijkste hoofdafdeling van het Generalkommissariat was dan ook de Hauptabteilung für Volksaufklärung und Propaganda. Een vergelijkbare Nederlandse instantie voor controle op en leiding geven aan de binnenlandse media bestond niet. Er was dus geen Nederlands bestuursorgaan waar Volksaufklärung und Propaganda toezicht op kon houden. Dit probleem werd al snel opgelost, want in november 1940 werd het Departement voor Volksvoorlichting en Kunsten, geleid door dr. T. Goedewaagen, opgericht. Dit Departement stond onder het 'toezichthoudend' bestuur van het Generalkommissariat van Schmidt. Bij de beschrijving van de afdelingen kan de indruk gewekt worden dat het Duitse bestuursapparaat werkte als een goed lopend uurwerk, waarin alle functies precies omschreven en afgebakend waren. Dit is niet het geval. Het Reichskommissariat was een log en wijdvertakt apparaat, waarin functieomschrijvingen elkaar overlapten, afdelingen in de loop van de tijd verschoven of opgeheven werden en afdelingshoofden in competentiestrijd verwikkeld waren. Dit was het gevolg van het feit dat veel centrale instellingen van het Duitse Rijk (Auswärtige Amt, Ministerium für Volksaufklärung und Propaganda, de SS ) bemoeienis mochten hebben met het bestuur in bezet gebied en ook van de neiging van nationaal-socialisten (en zeker Hitler zelf) om ook intern het verdeel-en-heers-principe toe te passen. Het Kommissariat bestond uit drie Hauptabteilungen en vier Sonderreferate en nog enkele aparte Abteilungen en Referate. De exacte onderlinge verhoudingen tussen de afdelingen verschoven nogal eens. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat het Referat Sport, dat hier afzonderlijk wordt vermeld, op een bepaald moment onder een Hauptabteilung ressorteerde. De volgende afdelingen en Sonderreferate hebben onder het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung bestaan:
*Stab und Geschäftsführung
*Hauptabteilung Volksaufklärung und Propaganda
*Hauptabteilung politischer Aufbau
*Hauptabteilung Organisation
*Hauptabteilung Soziale Verwaltung
*Referat Arbeitseinsatz-Betreuung-Reich
*Abteilung niederländischer Arbeitsdienst (NAD)
*Referat Sport
*Referat Sonderfragen
*Abteilung Arbeitnehmer- und Unternehmer-Verbände, Gewerkschaften
*Sonderreferat Auslandpresse
*Sonderreferat Kulturaustausch
*Sonderreferat Wirtschaftbeauftragter der Auslandorganisation
*Sonderreferat Verlagwesen
De Sonderreferate waren oorspronkelijk onderdeel van het Auswärtige Amt onder leiding van Otto Bene en ressorteerden na de oprichting van het Reichskommissariat onder zur besonderen Verwendung. De Hauptabteilung Soziale Verwaltung ressorteerde beurtelings onder de Generalkommissar für Finanz und Wirtschaft en de Generalkommissar zur besonderen Verwendung. Toen dit laatste twee jaar bestond, vond een groot aantal organisatorische veranderingen plaats. De Hauptabteilungen bleven bestaan, maar de Sonderreferate verdwenen, werden door andere vervangen of gingen op in Hauptabteilungen. Tot september 1944 (Dolle Dinsdag) bleef het Generalkommissariat gevestigd in Den Haag. Informatie over de organisatie en de taak van de Hauptabteilungen is te vinden op de desbetreffende plaats in de inventaris. De inventaris is in 2004 vervaardigd door de Centrale Archief en Selectiedienst. De inleiding is in 2002 vervaardigd door drs. Lieke Janssen.
Fritz Schmidt werd in 1903 geboren in Eisbergen bij Minden in Westfalen. Daarmee was hij de enige Generalkommissar die niet uit Oostenrijk maar uit Duitsland kwam. In 1922 trad hij vrijwillig toe tot de Reichswehr en hij diende ruim drie jaar bij het wapen van de genie. Daarna was hij straatfotograaf. In 1929 werd hij lid van de Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei (NSDAP) en in 1934 had hij het tot Gauleiter gebracht. Korte tijd daarna werd hij partijvertegenwoordiger bij het stadsbestuur van Münster. In september 1938 werd hij door de partijleiding naar München gehaald en in 1939 ging hij naar Berlijn, waar hij als vertegenwoordiger optrad van de partijleiding bij het Reichsministerium für Volksaufklärung und Propaganda van Goebbels. Generalkommissar zur besonderen Verwendung F. Schmidt. Schmidt werd op verzoek van de Leiter der Parteikanzlei Martin Bormann aangewezen als vertegenwoordiger van de NSDAP in Nederland. Op de keuze van Schmidt en Rauter (Himmlers afgevaardigde) heeft Seyss-Inquart zelf geen enkele invloed gehad. Schmidt werd in zijn nieuwe functie propagandaleider van Nederland. Ook had hij tot taak de gelijkschakeling van het openbare leven te bewerkstelligen. Naast Generalkommissar zur besonderen Verwendung was Schmidt ook Hauptdienstleiter van het Arbeitsbereich der NSDAP. Dit was een nieuwe naam voor de Landesgruppe (regionale afdeling) van de Auslandsorganisation van de NSDAP waarin alle in Nederland woonachtige Duitse Parteigenossen verenigd waren. Schmidt kreeg nu de leiding over de politieke en ideologische begeleiding van alle in Nederland wonende Parteigenossen, inclusief Seyss-Inquart. Alleen als het om het politieke optreden van zijn Arbeitsbereich ging, was hij verantwoording schuldig aan Seyss-Inquart. In de geschiedschrijving werd het volgende beeld van Schmidt gevormd. Hij zou een intrigant zijn geweest die groepen en personen tegen elkaar uit probeerde te spelen om er zelf beter van te worden. Zo gebruikte hij Mussert bij zijn pogingen de Nederlanders voor het nationaal-socialisme te winnen. Het plan van Schmidt was Mussert enige tijd het land te laten besturen. Al snel zouden de Nederlanders dan inzien dat hij daarvoor ongeschikt was en dat het beter zou zijn onder Duits bestuur te staan. Nederland zou een Gau van Duitsland worden, met Schmidt zelf als Gauleiter aan het hoofd. Zijn 'steunverlening' aan de NSB viel niet goed bij Rauter. De tegenstelling tussen Schmidt en Rauter in deze kwestie was tekenend voor de tegenstelling tussen de NSDAP en de SS zoals die zich in het Derde Rijk was gaan voordoen. Vooral in de bezette gebieden probeerde de SS alle macht in handen te krijgen, dat zag Schmidt ook. Zijn politiek had geen succes. Zijn rivaal Rauter wist steeds meer macht naar zich toe te trekken en zijn baas Bormann had geen vertrouwen meer in hem. Daarbij kwam dat zijn protégé Mussert het conflict met de SS nog verder liet oplopen. Schmidts politieke rol leek uitgespeeld. Hij zag zijn politieke val aankomen en vermoedde ook dat er een proces (op grond van welke aanklacht is niet duidelijk) tegen hem gevoerd ging worden. Op 26 juni 1943 verdween Schmidt uit een rijdende trein waarmee hij met andere partijfunctionarissen een tocht maakte langs de Atlantikwal. In de buurt van Chartres werd zijn lijk langs de spoorweg gevonden. Een ongeval was de officiële verklaring, maar het is ook mogelijk dat hij zelfmoord heeft gepleegd of vermoord is. Toen Willi F. A. Ritterbusch hem opvolgde viel er eigenlijk geen politiek meer te maken. Seyss-Inquart hief zijn functie toen voor een deel op. Willi Ritterbusch (links) tijdens een éénpansmaaltijd van de Nederlandse Volksdienst. Taak en organisatie van het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung
Plaats van vestiging van het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung was Plein 23 in Den Haag. Het Generalkommissariat had naast het geven van leiding aan de politieke ontwikkeling in Nederland als belangrijkste taak de politieke meningsvorming van de Nederlanders in nationaal-socialistische richting te sturen. Het was opgezet volgens het model van het door Goebbels geleide Propagandaministerium en moest de verantwoordelijkheid dragen voor alle vraagstukken die betrekking hadden op de openbare meningsvorming en de niet-economische verenigingen. De belangrijkste hoofdafdeling van het Generalkommissariat was dan ook de Hauptabteilung für Volksaufklärung und Propaganda. Een vergelijkbare Nederlandse instantie voor controle op en leiding geven aan de binnenlandse media bestond niet. Er was dus geen Nederlands bestuursorgaan waar Volksaufklärung und Propaganda toezicht op kon houden. Dit probleem werd al snel opgelost, want in november 1940 werd het Departement voor Volksvoorlichting en Kunsten, geleid door dr. T. Goedewaagen, opgericht. Dit Departement stond onder het 'toezichthoudend' bestuur van het Generalkommissariat van Schmidt. Bij de beschrijving van de afdelingen kan de indruk gewekt worden dat het Duitse bestuursapparaat werkte als een goed lopend uurwerk, waarin alle functies precies omschreven en afgebakend waren. Dit is niet het geval. Het Reichskommissariat was een log en wijdvertakt apparaat, waarin functieomschrijvingen elkaar overlapten, afdelingen in de loop van de tijd verschoven of opgeheven werden en afdelingshoofden in competentiestrijd verwikkeld waren. Dit was het gevolg van het feit dat veel centrale instellingen van het Duitse Rijk (Auswärtige Amt, Ministerium für Volksaufklärung und Propaganda, de SS ) bemoeienis mochten hebben met het bestuur in bezet gebied en ook van de neiging van nationaal-socialisten (en zeker Hitler zelf) om ook intern het verdeel-en-heers-principe toe te passen. Het Kommissariat bestond uit drie Hauptabteilungen en vier Sonderreferate en nog enkele aparte Abteilungen en Referate. De exacte onderlinge verhoudingen tussen de afdelingen verschoven nogal eens. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat het Referat Sport, dat hier afzonderlijk wordt vermeld, op een bepaald moment onder een Hauptabteilung ressorteerde. De volgende afdelingen en Sonderreferate hebben onder het Generalkommissariat zur besonderen Verwendung bestaan:
*Stab und Geschäftsführung
*Hauptabteilung Volksaufklärung und Propaganda
*Hauptabteilung politischer Aufbau
*Hauptabteilung Organisation
*Hauptabteilung Soziale Verwaltung
*Referat Arbeitseinsatz-Betreuung-Reich
*Abteilung niederländischer Arbeitsdienst (NAD)
*Referat Sport
*Referat Sonderfragen
*Abteilung Arbeitnehmer- und Unternehmer-Verbände, Gewerkschaften
*Sonderreferat Auslandpresse
*Sonderreferat Kulturaustausch
*Sonderreferat Wirtschaftbeauftragter der Auslandorganisation
*Sonderreferat Verlagwesen
De Sonderreferate waren oorspronkelijk onderdeel van het Auswärtige Amt onder leiding van Otto Bene en ressorteerden na de oprichting van het Reichskommissariat onder zur besonderen Verwendung. De Hauptabteilung Soziale Verwaltung ressorteerde beurtelings onder de Generalkommissar für Finanz und Wirtschaft en de Generalkommissar zur besonderen Verwendung. Toen dit laatste twee jaar bestond, vond een groot aantal organisatorische veranderingen plaats. De Hauptabteilungen bleven bestaan, maar de Sonderreferate verdwenen, werden door andere vervangen of gingen op in Hauptabteilungen. Tot september 1944 (Dolle Dinsdag) bleef het Generalkommissariat gevestigd in Den Haag. Informatie over de organisatie en de taak van de Hauptabteilungen is te vinden op de desbetreffende plaats in de inventaris. De inventaris is in 2004 vervaardigd door de Centrale Archief en Selectiedienst. De inleiding is in 2002 vervaardigd door drs. Lieke Janssen.
Generalkommissariat zur besonderen Verwendung