. . "Kabinet van het Departement van Binnenlandse Zaken"@nld . "Geschiedenis\n\nLijst-Frederiks en Lijst-Van Dam
Het Plan-Frederiks was een bestek uit de Tweede Wereldoorlog dat was bedacht en opgesteld door de Nederlandse secretaris-generaal K.J. Frederiks. In het kort kwam het erop neer dat een bepaalde groep in Nederland verblijvende joden door de Duitse bezetter zou worden beschermd in verband met de maatschappelijke betekenis die zij voor de Tweede Wereldoorlog voor Nederland of Duitsland hadden gehad. In deze groep zaten onder anderen voormalige NSB'ers, gemengd gehuwden en kunstenaars.\n\nIn oktober 1941 werd de basis van Plan-Frederiks gelegd. Duitsland voerde een antisemitische politiek, hetgeen inhield dat alle joden op vrij korte termijn de dood zouden moeten vinden. Karel Johannes Frederiks, die tijdens de Tweede Wereldoorlog secretaris-generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken was, werd door vijf bevriende joden benaderd met de vraag of hij geen uitweg voor ze wist. De ambtenaar begon hierop met het samenstellen van een lijst met joden die beschermd zouden moeten worden, omdat zij op wat voor manier ook een grote bijdrage geleverd hadden aan de wording van het Derde Rijk. Met deze lijst wendde Frederiks zich tot de Höhere SS- und Polizeiführer Hans Albin Rauter. Rauter weigerde daar iets mee te doen, en om die reden stemde Generalkommissar zur besonderen Verwendung Fritz Schmidt, de rivaal van Rauter, toe. Ook Reichskommissar Arthur Seyss-Inquart gaf toestemming: Frederiks' plan mocht worden uitgevoerd.\n\nJoodse tehuizen in Barneveld en Doetinchem
De lijst van Karel Johannes Frederiks bevatte op het moment dat hij toestemming vroeg hooguit honderd namen. Ook Jan van Dam, secretaris-generaal van het Ministerie van Opvoeding, Wetenschap en Cultuurbescherming, zou een lijst opstellen. De lijsten van Frederiks en Van Dam werden gedurig aangevuld en het aantal bewoners steeg gestaag tot rond de 675. Op het departement van Van Dam behandelde de kabinets-chef prof.mr. A.L. de Block de aanvragen, bij Binnenlandse Zaken was dat een ambtenaar van de Afdeling Openbare orde en Veiligheid, mr. S. Kloosterman. Het plan van Frederiks, waarvan deze lijst-Frederiks en lijst-Van Dam onderdeel waren, hield in dat een groep geselecteerde joden in een drietal grote panden in Gelderland geïnterneerd zou worden. Deze panden waren Villa Bouchina te Doetinchem, Huize De Schaffelaar te Barneveld en Huize De Biezen te Ede. Omdat de burgemeester van Ede, Theodorus Christiaan Dierendonck, zéér antisemitisch was en dus niet mee wilde werken aan Plan-Frederiks, werd de grens tussen Barneveld en Ede zodanig verlegd, dat ook Huize De Biezen in Barneveld kwam te liggen. De burgemeester van Barneveld was op dat moment de progressievere Joachim Westrik.\n\nOp 18 december 1942 nam de eerste groep zijn intrek in het leegstaande kasteel 'De Schaffelaar'. De Nederlandse oud-officier E. Wolthuis trad op als directeur, bijgestaan door zijn adjunct-directeuren D.J. Spanjaard en H.L.L. Reints. Duiters lieten zich zelden zien; tot op 29 september 1943 de Ordnungspolizei voorreed. De bewoners werden overgebracht naar Westerbork waar een eind kwam aan hun bevoorrechte positie. Op 4 september 1944 ging het merendeel van de Barnevelders op transport naar Theresienstadt. De meesten van hen overleefden de oorlog.\n\nOp 28 mei 1940 begonnen de Duitsers met het in hechtenis nemen van Nederlanders. Meestal was de reden hiervoor niet bekend. Het merendeel van deze opgepakte mensen werd na een paar dagen weer vrij gelaten. In latere jaren varieerden de vergrijpen van verduistering tot sabotages. De verslaglegging is tot eind augustus 1944. Toen werden ook mensen opgepakt om als gijzelaar te dienen."@nld . "Kabinet van het Departement van Binnenlandse Zaken"@nld . .